Zo zit de SCE in elkaar
De SCE is een exploitatiesubsidie. De opzet komt grotendeels overeen met die van de Stimuleringsregeling Duurzame Energie ++ (SDE++). Energiecoöperaties of VvE’s ontvangen gedurende de looptijd subsidie per geproduceerde kWh, waarbij het uitbetaalde subsidiebedrag meebeweegt met de marktwaarde van de geproduceerde energie in dat jaar.
- Hoe is de subsidie opgebouwd?
- Wat wordt verstaan onder het basisbedrag?
- Wat wordt verstaan onder het correctiebedrag?
- Wanneer wordt het correctiebedrag vastgesteld?
- Hoe hoog is de subsidie?
- Wat is het maximum subsidiebedrag?
- Wat is de gemiddelde elektriciteitsprijs?
- Wat zijn Garanties van Oorsprong?
- Hoe hoog is het voorschot?
- Wat gebeurt er als ik te veel of te weinig voorschot heb gekregen?
- Wat gebeurt er als de elektriciteitsprijs boven het basisbedrag uitkomt?
- Wat gebeurt er als de elektriciteitsprijs onder de basiselektriciteitsprijs zakt?
- Wat wordt bedoeld met ‘banking’
- Hoeveel geld is beschikbaar voor de regeling?
- Wat betekent de investeringszekerheid van ten minste 15 jaar?
Hoe is de subsidie opgebouwd?
De SCE is een exploitatiesubsidie. De opzet komt grotendeels overeen met die van de Stimuleringsregeling Duurzame Energie ++ (SDE++). Energiecoöperaties of VvE’s ontvangen gedurende de looptijd subsidie per geproduceerde kWh, waarbij het uitbetaalde subsidiebedrag meebeweegt met de marktwaarde van de geproduceerde energie in dat jaar.
De SCE-subsidie:
- is een exploitatiesubsidie met een gegarandeerde looptijd van 15 jaar.
- bestaat uit een basisbedrag (lees meer) dat voor 15 jaar is vastgelegd in de subsidiebeschikking minus een correctiebedrag (lees meer) dat per jaar varieert. Omdat het correctiebedrag jaarlijks fluctueert is de daadwerkelijke subsidie per kWh jaarlijks ook verschillend.
- wordt berekend per kWh, op basis van het vermogen van de productie-installatie en het voor die categorie productie-installaties geldende maximum aantal vollasturen. Ook het vermogen en het aantal vollasturen worden voor 15 jaar vastgelegd in de subsidiebeschikking.
Het idee is dat de subsidiegever geld bijlegt zolang de productie van duurzame energie meer kost dan opbrengt. Er wordt niet gekeken naar daadwerkelijk gemaakte kosten en daadwerkelijk genoten opbrengsten – want dan worden de uitvoeringskosten te hoog.
Wat wordt verstaan onder het basisbedrag?
Dat is een vastgesteld bedrag per kWh dat je ontvangt voor jouw opgewekte energie. De hoogte van het vastgestelde basisbedrag is een gegarandeerde vergoeding en bestaat uit een deel subsidie en de (gemiddelde) marktprijs voor de geproduceerde elektriciteit – de verkoop van elektriciteit en Garanties van Oorsprong.
In het basisbedrag is de (theoretische) kostprijs voor de productie van hernieuwbare elektriciteit per kWh vastgelegd (per technologie). In het basisbedrag worden onder andere investerings- en exploitatiekosten en een redelijk rendement meegenomen.
Jaarlijks brengt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een advies uit aan de minister over de hoogte van het voorstelde basisbedrag, volgens een vaste systematiek. Specifieke kenmerken en diversiteit van productie-installaties die door coöperaties worden gerealiseerd, worden door het PBL meegewogen in het basisbedrag. Uitgangspunt is dat het merendeel van de productie-installaties gerealiseerd kan worden.
De minister stelt per categorie productie-installaties een basisbedrag per kWh vast en dat wordt jaarlijks gepubliceerd in het openstellingsbesluit van de subsidieregeling. Het basisbedrag wordt vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening. Het basisbedrag uit je afgegeven subsidiebeschikking blijft gelijk gedurende de looptijd van de subsidie (15 jaar).
De basisbedragen voor zonne-energie voor aanvragen 2021 zijn:
- 14,6 cent/kWh voor kleine projecten (t/m aansluiting van 3 x 80 ampère)
- 12,1 cent/kWh voor grote projecten (aansluitingen van 3 x 100 ampère of meer).
Zie het openstellingsbesluit 2021 in de Staatscourant voor basisbedragen voor alle andere categorieën.
Wat wordt verstaan onder het correctiebedrag?
Het correctiebedrag is de theoretische opbrengst per geproduceerde kWh energie. Jaarlijks wordt door het PBL de gemiddelde marktprijs vastgesteld voor geproduceerde stroom. Dit is het correctiebedrag, het bestaat uit de som van:
- de gemiddelde elektriciteitsprijs,
- de gemiddelde waarde van de Garanties van Oorsprong,
- en eventuele andere inkomsten.
De correctiebedragen worden jaarlijks vastgesteld. Subsidie ontvang je als voorschot. Dat voorschot wordt berekend op basis van een voorlopig correctiebedrag. Zie het openstellingsbesluit 2021 in de Staatscourant voor de voorlopige correctiebedragen 2021.
Wanneer wordt het correctiebedrag vastgesteld?
Jaarlijks wordt een voorlopig en een definitief correctiebedrag vastgesteld. Zie het openstellingsbesluit 2021 in de Staatscourant voor de voorlopige correctiebedragen 2021.
Vanaf dit jaar wordt jaarlijks vóór 1 november het voorlopige correctiebedrag vastgesteld voor het volgende kalenderjaar. Op basis hiervan worden de maandelijkse voorschotten bepaald voor de subsidie in het volgende kalenderjaar. Daarbij wordt uitgegaan van de gemiddelde elektriciteitsprijs van de voorafgaande periode van 1 september tot en met 31 augustus.
Het definitieve correctiebedrag wordt jaarlijks vóór 1 april vastgesteld. Op basis hiervan vindt een verrekening plaats. Bij het definitieve correctiebedrag wordt de gemiddelde elektriciteitsprijs in het voorgaande kalenderjaar – 1 januari tot en met 31 december – gehanteerd.
Hoe hoog is de subsidie?
De hoogte van de subsidie is het basisbedrag (voor 15 jaar vastgelegd in subsidiebeschikking) minus het correctiebedrag (varieert per jaar). Omdat het correctiebedrag jaarlijks fluctueert is de daadwerkelijke subsidie per kWh jaarlijks ook verschillend.
De subsidie wordt berekend per kWh, op basis van het vermogen van de productie-installatie en het voor die categorie productie-installaties geldende maximum aantal vollasturen. Ook het vermogen en het aantal vollasturen wordt voor 15 jaar vastgelegd in de subsidiebeschikking.
- Basisbedrag – correctiebedrag = subsidie
Voorbeeld: stel dat het vastgestelde basisbedrag 14,6 eurocent per kWh is en het definitieve correctiebedrag in het eerste jaar 3,4 eurocent per kWh. Dan ontvang je als coöperatie of VVE dus 14,6 – 3,4 = 11,2 eurocent subsidie per kWh voor je opgewekte energie in het eerste jaar. Zie ook: Rekenvoorbeelden op site RVOFiguur 1. De hoogte van de subsidie
Legenda bij Figuur 1: de hoogte van de subsidie
- Horizontale donkerblauwe lijn: basisbedrag (voor 15 jaar vastgesteld), in dit geval 8 eurocent per kWh
- Groene verticale lijnen: correctiebedragen (jaarlijks vastgesteld)
- Paarse verticale lijnen: subsidie = basisbedrag minus correctiebedrag
- Horizontale lichtblauwe lijn: basiselektriciteitsprijs
In dit voorbeeld geldt:
- In jaren 2 en 3 ligt de elektriciteitsprijs onder de basiselektriciteitsprijs. De coöperatie moet dan geld bijleggen want de subsidie ‘vult het gat niet’.
- In de jaren 13 en 14 levert de stroom meer op dan het basisbedrag. De coöperatie mag deze extra inkomsten zelf houden, want de subsidie kan niet negatief worden.
Wat is het maximum subsidiebedrag?
In de subsidiebeschikking wordt een maximumproductie per jaar vastgelegd waarvoor subsidie kan worden verstrekt. Deze maximumproductie is het product van het vermogen van je productie-installatie (uitgedrukt in kW of kWp, zoals je hebt opgegeven bij je aanvraag) en het maximaal aantal vollasturen dat voor jouw categorie productie-installaties geldt (zoals vastgelegd in het Openstellingsbesluit, zie hierboven).
Input (voorbeeld) | |
Vastgestelde vollasturen | 900 uur |
Vol vermogen van je installatie | 300 kWp |
Vastgesteld basisbedrag | 14,6 eurocent per kWh |
Vastgesteld correctiebedrag (voor dat jaar) | 3,4 eurocent per kWh |
Berekening | |
Maximum subsidiabele productie voor dat jaar | 900 x 300 kWp = 270 MWh |
Maximum subsidie (voor dat jaar)* | 270.000 kWh x (14,6 – 3,4) eurocent per kWh = € 30.240 |
* afgezien van ‘banking’ (lees meer). |
Als de gerealiseerde productie hoger is dan de maximumproductie per jaar wordt gerekend met de maximumproductie.
Met deze gegevens kan ook een maximum subsidiebedrag voor de hele looptijd worden berekend. Het totale bedrag is de maximaal subsidiabele productie per jaar x (basisbedrag – basiselektriciteitsprijs) x 15. Dit is natuurlijk nooit het bedrag dat je ontvangt; de correctiebedragen gaan hier nog vanaf.
Zie ook: Rekenvoorbeelden op site RVO
Wat is de gemiddelde elektriciteitsprijs?
De gemiddelde elektriciteitsprijs is gebaseerd op een gemiddelde van alle uurtarieven in het jaar, die afkomstig zijn van de kortetermijn-handelsmarkt EPEX. In deze uurprijzen zijn profielkosten verdisconteerd. Onbalanskosten niet, daarvoor wordt nog gecorrigeerd.
Voor de elektriciteitsprijs geldt een ondergrens, ofwel de basiselektriciteitsprijs (lees meer).
Wat zijn Garanties van Oorsprong?
Garanties van Oorsprong (GvO) zijn verhandelbare certificaten waarmee je aantoont dat hernieuwbare elektriciteit is geproduceerd en op een elektriciteitsnet is ingevoed. GvO’s voor netlevering kunnen verhandeld worden en vertegenwoordigen dus een economische waarde. Je kunt ze verkopen. Ze worden afgegeven door CertiQ, de garantiebeheerinstantie.
Voor de geproduceerde hoeveelheid elektriciteit die niet op een elektriciteitsnet wordt ingevoed, worden GvO’s voor niet-netlevering afgegeven. Die zijn niet verhandelbaar en kunnen alleen gebruikt worden ter verkrijging van het subsidievoorschot. Wanneer ze voor dat doel zijn gebruikt, vervallen ze.
Hoe hoog is het voorschot?
Het subsidievoorschot is één twaalfde van 80% van de maximale jaarsubsidie. De maximale jaarsubsidie is maximumproductie x (basisbedrag – voorlopig correctiebedrag). Die gegevens worden hierboven uitgelegd
Het subsidievoorschot wordt maandelijks uitbetaald en is dus niet afhankelijk van schommelingen in de productie.
Wat gebeurt er als ik te veel of te weinig voorschot heb gekregen?
Binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar worden de voorschotten bijgesteld aan de hand van de definitieve correctiebedragen en werkelijk gerealiseerde productie.
- Heb je te weinig gekregen? Je krijgt het te weinig betaalde bedrag binnen zes weken na de datum van de bijstelling.
- Heb je teveel gekregen? Het te veel betaalde bedrag wordt in mindering gebracht op het eerstvolgende voorschot en vervolgens op zoveel maandelijkse voorschotten als nodig. Als er geen voorschot meer gegeven wordt en het teveel voorgeschoten bedrag niet volledig is terugbetaald, wordt de rest teruggevorderd.
Per jaar wordt de subsidie per kWh vermenigvuldigd met de gerealiseerde productie.
Wat gebeurt er als de elektriciteitsprijs boven het basisbedrag uitkomt?
Als de geproduceerde stroom meer opbrengt dan het basisbedrag, mag de coöperatie deze extra inkomsten zelf houden. De subsidie kan niet negatief worden.
Zie ook Figuur 1: de hoogte van de subsidie .
Wat gebeurt er als de elektriciteitsprijs onder de basiselektriciteitsprijs zakt?
De basiselektriciteitsprijs (per categorie productie-installatie) is de ondergrens voor de elektriciteitsprijs die gebruikt wordt in het correctiebedrag. Onder die basiselektriciteitsprijs wordt geen subsidie bijgelegd (zie ook Figuur 1: de hoogte van de subsidie).
In de praktijk zal de elektriciteitsprijs naar verwachting niet vaak onder deze basiselektriciteitsprijs zakken. Er zullen best uren of dagen voorkomen waarbij de kortetermijnprijs onder de basisprijs ligt, maar de elektriciteitsprijs in het correctiebedrag is een gemiddelde van alle EPEX-uurtarieven in een jaar.
De basiselektriciteitsprijs (per categorie productie-installatie) wordt jaarlijks vastgelegd in het Openstellingsbesluit. In je subsidiebeschikking wordt de basiselektriciteitsprijs van dat jaar opgenomen, die geldt dan gedurende de looptijd van de subsidie.
De basiselektriciteitsprijs bedraagt twee derde van de langetermijn-elektriciteitsprijs. Er zijn twee categorieën: elektriciteit die wordt ingevoed op het elektriciteitsnet versus elektriciteit die niet wordt ingevoed op het elektriciteitsnet. Voor beide categorieën geldt dezelfde tweederderegel.
Wat wordt bedoeld met ‘banking’
Je mag soms schuiven met wat er in welk jaar geproduceerd of juist niet geproduceerd wordt. In je subsidiebeschikking staat het maximum aantal kWh dat jaarlijks voor subsidie in aanmerking komt: de maximaal subsidiabele jaarproductie. Als je daaronder of daarboven zit, kan je door te schuiven je totale subsidie-inkomsten over de looptijd van je project vergroten. Dat wordt ‘banking’ genoemd. Er zijn twee vormen van banking:
• Forward banking: als je minder elektriciteit opwekt dan de maximaal subsidiabele jaarproductie kun je het productietekort voor 100% naar het volgende jaar meenemen. Om zo het productietekort en de daardoor gemiste subsidie in te halen.
• Backward banking: indien je meer elektriciteit opwekt dan de maximaal subsidiabele jaarproductie, kun je dat deel van het productieoverschot naar het volgende jaar meenemen om een productietekort aan te vullen. Backward banking is per jaar beperkt tot maximaal 25% van de subsidiabele productie. Dit om te waarborgen dat de productie-installatie (nagenoeg) de gehele subsidieperiode blijft draaien en niet vroegtijdig stopgezet wordt, doordat de totale subsidiabele productie al is gerealiseerd.
Banking is toegestaan voor alle categorieën productie-installaties.
Aan het einde van de subsidieperiode van vijftien jaar heb je als subsidieontvanger de mogelijkheid om gemiste productie in te halen in een extra zestiende jaar. Op verzoek van de subsidieontvanger kan de subsidieperiode met maximaal één jaar verlengd worden.
Hoeveel geld is beschikbaar voor de regeling?
Het budget van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking voor 2021 is 100 miljoen euro. In de daaropvolgende jaren kan een vergelijkbaar budget worden opengesteld als een volgend kabinet daartoe besluit. Een eventueel budget dat niet wordt benut voor de SCE vloeit terug naar de begrotingsreserve duurzame energie/SDE-middelen.
Wat betekent de investeringszekerheid van ten minste 15 jaar?
De subsidiebeschikking geldt voor 15 jaar. Dit geeft investeringszekerheid voor de lange termijn. Bovendien verbetert hierdoor het risicoprofiel van de productie-installaties, waardoor het eenvoudiger wordt voor coöperaties en VvE’s om financiering te krijgen voor de productie-installatie.